Begin dit jaar berichtten we al over onze nieuwe geplande trip naar de Elzas, te Dorlisheim. Maar we kunnen zo lang niet wachten en zullen ons Paasweekend ook ginds doorbrengen, maar nu iets verder, we overnachten in Mulhouse, een klein half uurke verder dan Rouffach waar we in de Kerstperiode overnachtten. We zijn nu ook beter geïnformeerd en kunnen op paaszaterdag naar hartelust degusteren en kopen bij Rieflé te Pfaffenheim.
Dag 1 : Ternat – Mulhouse
De wekker liep af om 7u. Oei was het geen weekend? Ja, maar we zouden vandaag vertrekken voor een weekendje Alsace, remember… Opnieuw een poging wagen om onze favoriete wijn te gaan kopen. Ditmaal moest het ons lukken, want we hadden (alletwee afzonderlijk) per mail geïnformeerd of ‘huize Rieflé’ vandaag wel degelijk open was. De boite zou geopend zijn had mevrouw ons vriendelijk teruggemaild.
Rond 8u30, klaar voor de start. Nog even langs de bakker zodat we niet uitgehongerd aan zouden komen (ja, wij hebben beiden geen reserves he… 🙂 )
Onderweg nog snel de voiture voltanken in Etalle en daarna sjoevden we richting Frankrijk.
We ondervonden aan den lijve dat de Paasvakantie reeds begonnen was, dat samen met het rotte slechte regenweer maakte dat we zelfs een paar keer in de file stonden.
Iets na 15u, netjes binnen de openingsuren, arriveerden we bij ‘Rieflé’ te Pfaffenheim.
We degusteerden naar believen : Wij proefden een viertal Pinot Gris’ en een vijftal Gewurtztraminers. Manmanman er zaten er toch enkele zeer lekkere bij.
We besloten om een ‘kleinigheidje’ te kopen… En iets voor 16u konden we de Volvo volstouwen met onze aankoop. Onze valies verhuisde naar de achterbank.
Goedgemutst (doch niet dronken!) konden we onze weg vervolgen. Rond 17u bereikten we onze eindbestemming : Mulhouse – Aparthotel le Trident. Het gebouwencomplex bestond uit drie blokken. In de linkse bevond zich het appartement waar wij zouden verblijven, evanals service flats… In de middelste blok bevond zich de Holliday-Inn en aan de balie daar moesten wij onze sleutel afhalen. Dat was ook de plaats waar we de dag nadien ons ontbijt (humhum) geserveerd zouden krijgen.
We dachten nog wat rond te rijden in Mulhouse om de stad alvast te verkennen, eventueel een stek te zoeken voor het avondeten, maar wat we zagen beviel ons niet echt. Van de wijnboer hadden we tussen de regels vernomen dat Mulhouse niet zo’n mooie stad was (meer industriëel). Daarom waren we ook niet echt teleurgesteld.
Omdat onze verkenning niet zo’n positief resultaat opleverde, besloten we rechtsomkeer te maken en in het appartement op internet te zoeken naar een leuk restaurantje.
De keuze viel op ‘La Poterne ‘, een restaurant in Rouffach, een dorpje op zo’n 33 km van Mulhouse. Dit mooie charmante dorpje kenden we reeds doordat we er de Kerstmis van 2014 gelogeerd hadden. We kozen voor de menu Gourmande en voldaan waren we.
Op tijd zochten we ons bedje op.
Dag Z : Route des vins d’Alsace
Na een rotte slechte nacht – geen van beiden had een oog kunnen toedoen – waren we haast blij dat we konden opstaan. Na een snelle douche begaven we ons naar de lobby van de Holliday-Inn waar ons ontbijt op ons stond te wachen. Ontbijt? Welk ontbijt? Voor elk was eer een stukje stokbrood en een croissant voorzien. Maar allé voor de prijs dat het arrangement bij Travelbird ons gekost had, mochten we niet klagen, maar toch…
Na dit uitgebreid (proest, proest) ontbijt was het tijd om op verkenning te gaan. Het weer was stukken beter dan de dag voordien. Het was wel fris aan de vis, maar een stralende zon wenkte ons om de wijde wereld in te trekken.
Wat waren onze plannen? We kozen ervoor om opnieuw de wijnroute te volgen, maar deze keer van zuid naar noord en dan het volledige parcours. De vorige keer waren we er niet toe gekomen wegens het vroege invallen van de duisternis.
Omdat het een andere periode van het jaar was (toen had het gesneeuwd) en we de route in de omgekeerde richting volgden, kregen we toch andere zaken te zien, waardoor de tocht helemaal niet verveelde. Mooie beelden kunnen schieten onderweg…
We vingen de route aan in Leimbach. Als eindpunt was Kuttolsheim voorzien.
De Alsace is hier toch een schone streek en voor wie het niet helemaal zou geloven, het behoorde ooit toe aan Duitsland. Voor de ongelovigen onder ons, bekijk de namen van de dorpjes, behalve Mulhouse, is er geen enkel bij dat je convenablement op z’n Frans kan uitspreken. Iedereen spreekt hier trouwens vloeiend Duits. Het gangbare dialect leunt ook meer aan tegen het Duits dan tegen het Frans, maar Frans is toch de officiële voertaal.
Hun streekgerecht is nog een argument dat bevestigt dat Alsace de oorlogsbuit uit de eerste wereldoorlog van Duitsland aan Frankrijk is. Dat streekgerecht is niet minder dan – jawohl – ‘Sauerkraut mit schinken‘! Wij hebben er ons nog niet aan begeven. Maar een volgende keer zullen we dit zeker doen…
Na een welgevulde dag besluiten we om opnieuw de innerlijke mens te gaan versterken in Rouffach. Het is Pasen en niet alle restaurants waren open. We stelden ons dan maar tevreden met onze tweede keuze : Haxakessel. Ludieke plaats die z’n naam alle eer aandeed. Het plafond hing vol met heksen. Wij kozen voor Paasmenu 1. Als voorgerecht kregen we asperges (tssss, uit een bokaal) met een champignonsaus, was ondanks niet-vers-zijnde wel lekker. De hoofdschotel lamsvlees met witte bonen en aardappelgratin was ook lekker. Als nagerecht een ijsje in een chocoladejasje met daarnaast een potje met aardbeien en een coulis van t’een of t’ander. Ondanks het feit dat ze niks zelf vers maakten was het toch een geslaagde maaltijd.
Dag 3 : Mulhouse – Ternat
Het leek er toch op dat we deze keer wat beter geslapen hadden.
In een record-tempo werd de valies opnieuw ingepakt en na een verkwikkende douche snelden we naar de Holliday-In voor ons luxueuze ontbijt 😉 van één stukje stokbrood, één croissant en een glaasje fruitsap.
Iets na 10u hadden we de wagen volgeladen en konden we onze terugweg aanvatten. De weg naar huis zette goed aan. We konden vlot rijden. De aangekondigde files waren verdwenen als we daar aankwamen….
We hadden slechts 1 klein probleemke… De afstand naar de dichtsbijzijnde Belgische Esso was iets van een 370 km, en de wagen gaf aan nog slechts 360 te kunnen doen met deze tank. We reden de ganse weg extra zuinig. Na 1284 km met 1 tank werd het tijd om te tanken, alhoewel we dan nog 45 km ‘reserve’ hadden…
Tegen een uur of 4 waren we thuis en kon de wijnvoorraad uitgeladen worden.